Onze gemeenschap van aandeelhouders groeit elke dag, onze ambities ook.
Alleen al in 2024 lanceerden we twee nieuwe projecten: de crowdfunding voor Loof en Bezen in Wommelgem en De Veldstraat in Zoersel. Maar ook voor een aantal andere projecten zoeken we nog mensen die De Landgenoten-club willen vervoegen. 

Enkele aandeelhouders van het eerste uur vertellen waarom zij als eersten intekenden om coöperant te worden. Vijf vragen aan Low Impactman Steven Vromman en de zussen Van Dyck. 

Steven Vromman:

“De wereld zou er helemaal anders uitzien als we grond zien als een common die we samen beheren, in plaats van een doel om winst te maken of mee te speculeren”

Steven Vromman
Foto: Read My Lips

De meeste mensen kennen Steven Vromman als Low Impact Man. “Sinds 2008 probeer ik te leven met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Ik trek het land rond met lezingen, workshops en voorstellingen. Ik schreef ook al enkele boeken en een toekomstroman, Amor Mundi. In dat toekomstverhaal wordt grond trouwens weer bezit van de gemeenschap.”

1. Hoe ken je De Landgenoten?

“Goh, dat weet ik niet meer precies. Het is al zo lang geleden. Ik volg sowieso heel wat initiatieven rond deeleconomie, coöperatieve economie en korte keten. Ik heb er zelf alvast voor het eerst over geschreven op mijn blog op 2 april 2014, dus nog voor de officiële oprichting.‘Een andere coöperatieve die nog niet helemaal is opgericht, is het biogrondfonds, met de toch wel mooie naam ‘de Landgenoten’. Hoeveel een aandeel precies zal kosten weet ik niet maar ik begin alvast te sparen om via die weg het Wijveld, de zelfoogstboerderij in mijn buurt te steunen.’”

2. Waarom ben je, als een van de eersten, aandeelhouder geworden?

“Ik heb niet getwijfeld: grond is de basis voor een rechtvaardig en ecologisch voedselsysteem. Ik heb het altijd vreemd gevonden dat mensen of bedrijven kunnen claimen dat een stuk natuur - een bos, een bron, een grondstof of een stuk land - hun eigendom kan worden. De grond is gevormd door complexe geografische en biologische processen die honderden miljoenen jaren in beslag namen. Hoe kan je daar dan beslag op leggen? De wereld zou er helemaal anders uitzien als we grond zien als een common die we samen beheren, in plaats van een doel om winst te maken of mee te speculeren.”

"Producten kopen uit de korte keten is super, maar je kan nog meer doen, door mee te helpen de grond vrij te kopen."

“Het is niet ok dat iets fundamenteels als grond gebruikt wordt voor speculatie of winstbejag zonder aandacht voor de sociale en ecologische kosten. Ook voor biologische landbouwers is toegang tot betaalbare grond erg belangrijk. Producten kopen uit de korte keten is super, maar je kan nog meer doen, door mee te helpen de grond vrij te kopen.”

3. Steun je één specifiek project of De Landgenoten in het algemeen?

“Ik heb bij de start CSA Wijveld ondersteund, het is in mijn buurt en ik ken boer Michiel. Die persoonlijke band kan zeker helpen voor mensen die overwegen om een project te steunen. Al zijn het stuk voor stuk supermooie projecten.”

4. Hoe zou je De Landgenoten omschrijven?

“Een bijzonder waardevolle en dappere organisatie, die met beperkte middelen een fundamenteel probleem aankaart én er iets probeert aan te doen.” 

5. Hoe kijk je tien jaar later op het werk van De Landgenoten terug?

“Ik ben blij dat De Landgenoten nog bestaat, want het lijkt me niet evident in de huidige context dit verhaal te brengen. Het zou natuurlijk mooi zijn mochten veel meer mensen een stukje bijdragen om grond vrij te kopen voor agro-ecologische landbouw."

Sara en Barbara Van Dyck:

“Het was een bijzonder mooi cadeau van onze ouders”

sara en barbara

Sara (44) woont in Antwerpen en is mama van 2 tieners. “Ik werk als beleidsmedewerker bij Bioforum, de sectorfederatie van de biologische landbouw en voeding. Ik wroet graag met mijn handen in de grond, hou van zwemmen, ijsberen en verdwijn graag in de natuur.” Zus Barbara (45) werkt als onderzoekster politieke agro-ecologie aan de Franstalige Vrije Universiteit van Brussel (ULB). “Ik hou van mijn thuisstad Brussel, en nog meer als ik ook voldoende tijd spendeer op het land.”

1. Hoe kennen jullie De Landgenoten?

Sara: “We kregen De Landgenoten met de paplepel mee. Onze moeder stond mee aan de wieg van de organisatie.” 
 
Barbara: “Ten tijde van de oprichting van De Landgenoten was ik erg actief binnen de sociale beweging met campagnes rond zaaigoed. Campagnes tegen patenten op leven en genetisch gemodificeerde gewassen stonden daarin centraal voor mij. Het vrijzetten van zaden gaat samen met het vrijzetten van kennis, technologie, en uiteraard, grond. Zo leerde ik De Zonnekouter, Land-in-zicht en Landwijzer kennen. Zij zetten het vrijkopen van land op dat moment actief op de agenda in Vlaanderen.”
 

2. Waarom zijn jullie, als een van de eersten, aandeelhouder geworden?

Barbara: “Om heel eerlijk te zijn: dat was een cadeautje van onze ouders. Een bijzonder mooi cadeau (glimlacht)
 
Sara: “Als lid van CSA Loof en Bezen in Wommelgem kocht ik recent nog aandelen om grond voor hen vrij te kopen. Dat is cruciaal om hun mooie project in de rand van Antwerpen de komende jaren verder te zetten. Daarnaast sta ik 200% achter de missie van De Landgenoten in het algemeen, en blijf ik hen ook in brede zin steunen.”

Barbara: “Ik steun De Landgenoten in de hoop dat ze duizend bloemen kunnen laten groeien.”

3. Hoe zou je De Landgenoten en hun werk omschrijven?

Sara: “Het is voor startende bioboeren enorm moeilijk om betaalbare grond te vinden, zeker als je niet uit een landbouwersfamilie komt. Als een boer geen eigenaar is van de grond die hij mag bewerken, krijgt hij vaak geen langetermijnzekerheid. Zo ken ik verschillende boeren die moeten werken met jaarcontracten of slechts voor enkele jaren zekerheid hebben. Dat maakt het bijzonder moeilijk om een biobedrijf uit te bouwen. Een bioboerderij is immers een langetermijnproject bij uitstek, waar het jarenlange inspanningen vraagt om te bouwen aan vruchtbare bodem en de biodiversiteit te herstellen.”
 
Barbara: “Ook het politieke werk van De Landgenoten rond toegang tot land is cruciaal. Eigenlijk zou het niet mogen zijn dat De Landgenoten landbouwgrond tegen marktprijzen moet vrijkopen. Een beter grondbeleid, dat speculatie op landbouwgrond onmogelijk maakt en de toegang tot landbouw voor boeren en boerinnen garandeert, zou de evidentie zelve moeten zijn. Jammer genoeg is dat helemaal niet het geval. Denk bijvoorbeeld aan de zaak Huts. In 2016 verkocht het OCMW van Gent 460 ha landbouwgrond aan Fernand Huts, een van de rijkste industriëlen van België. Of aan de West-Vlaamse frietindustrie. Die slaagt er nog altijd in om het aardappelareaal te laten uitbreiden, ondanks de grote milieukosten. Dit gaat allemaal ten koste van toegang tot land voor jonge en oude boeren en boerinnen die voedsel produceren en tegelijkertijd zorg dragen voor het land.”
 
Sara: “Dankzij de Landgenoten kunnen bioboeren toch op een betaalbare manier de broodnodige langetermijnzekerheid krijgen. Bovendien blijft de grond gegarandeerd voor biolandbouw. Stopt een biobedrijf, dan kan de grond enkel gebruikt worden door een andere biolandbouwer. De Landgenoten is bovendien een bijzonder democratische organisatie, gedragen door haar talloze aandeelhouders.”

4. Hoe kijk je tien jaar later op het werk van De Landgenoten terug?

Sara: “De Landgenoten heeft al heel wat mooie projecten mee op de kaart gezet, en daar ben ik de organisatie heel dankbaar voor. Het zou mooi zijn mocht De Landgenoten nog verder kunnen groeien, met nog veel meer middelen en aandeelhouders, om nog veel meer boeren te kunnen ondersteunen. En om projecten te faciliteren die aantonen dat landbouw en natuur geen tegenpolen zijn maar dat ze elkaar net nodig hebben en versterken.”
 
Barbara: “De Landgenoten is er ook in geslaagd om mensen te laten voelen dat zorg dragen voor de landbouw een collectieve verantwoordelijkheid is. Net zoals de CSA-netwerken creëert De Landgenoten verbondenheid tussen mensen met de grond, de dieren, de planten en de mensen die hen voeden.”

5. Waarom zouden mensen De Landgenoten moeten steunen?

Sara: “Het klimaat, de biodiversiteit én ons voedselsysteem zijn vandaag in crisis. Biolandbouw kan een antwoord bieden op die drie crisissen door gezond voedsel te produceren in harmonie met de omgeving. Het is dan ook enorm belangrijk dat er nog veel meer bioboeren in Vlaanderen aan de slag kunnen, maar het is voor de sector niet evident om te groeien. De toegang tot betaalbare grond met zekerheid op de lange termijn is daarbij een van de vele uitdagingen. De Landgenoten verdient alle steun om bioboeren aan betaalbare en zekere grond te helpen.” 

"Iedereen die een meer democratische toekomst voor ogen heeft - en een beetje spaargeld - zou de Landgenoten daarom moeten steunen"

Barbara: “Ook het politiek-economische klimaat is in crisis. Autoritaire regimes worden almaar sterker. Rechtse politici werken hand in hand met grote bedrijven om ervoor te zorgen dat welvaart en rijkdom zich concentreren bij een heel klein percentage van de mensen. Speculatie op land en voedsel zijn daarbij niet enkel een belangrijk instrument voor het concentreren van rijkdom maar maakt ons tegelijkertijd afhankelijk van financiële belangen voor voedsel, dat nochtans een basisbehoefte is."

"Ik geloof er sterk in dat collectieve actie via het opzetten en steunen van coöperatieven en het uitbouwen van commons een van de belangrijkste zaken is die we vandaag kunnen doen. Iedereen die een meer democratische toekomst voor ogen heeft - en een beetje spaargeld - zou de Landgenoten daarom moeten steunen."