Het OCMW van Merchtem verkoopt 45 hectare landbouwgrond. Luc Robberechts van CSA-bedrijf Het Gezonde Plukveld dreigt zo quasi al zijn grond te verliezen. Begin mei moet de Vlaams-Brabantse gemeente weten of de bioboer het perceel van 3 ha waarop hij werkt, koopt of niet. ‘Ik wil het graag houden, al is het maar een stuk. Maar ik heb de loterij ook niet gewonnen.’
Er is veel landbouwgrond in handen van lokale overheden. Over hoeveel hectare het exact gaat, is vaak moeilijk te achterhalen. Niet zelden weet een lokaal bestuur zelf niet goed hoe groot haar patrimonium aan grond is en waarvoor en door wie het gebruikt wordt. En soms lijkt een gemeente niet te beseffen hoe waardevol het gebruik van haar grond reeds is. Zo ligt er in Merchtem een stuk publieke landbouwgrond van 3 ha dat andere gemeenten met een voedselstrategie jaloers zou maken. Het wordt immers gebruikt door een boer die daarop een biologisch tuinbouwbedrijf heeft uitgebouwd, ondersteund door een lokale gemeenschap van klanten. De gemeente realiseert aldus, zonder enige inspanning, verschillende strategische duurzame doelstellingen zoals: lokale economie, gezonde voeding en een warme gemeenschap. En toch beslist het OCMW dat het 45 ha publieke grond wil verkopen, waaronder de grond onder dit bedrijf.
‘Ze hebben gewoon geld nodig’, verklaart Luc de verkoop. ‘De tijd die ze besteden aan het innen van de pacht kost hen meer dan wat ze ervoor terugkrijgen.’ Dat bevestigt ook een medewerker van de dienst omgeving van Merchtem. Het is alvast een vaak gehoord argument dat stedenbouwkundige Hans Vandermaelen eerder al in een gesprek met De Landgenoten kaderde. ‘De gebruikswaarde van publieke landbouwgrond wordt naar de achtergrond geschoven’, zei hij. ‘Het enige wat overblijft is een soort kapitaalsperspectief op korte termijn: publieke actoren zien enkel de verkoopwaarde van hun landbouwgrond. Zij redeneren: als we die verkopen, verdienen we er meer aan dan door ze te verpachten. Zij moeten gaan inzien dat er in gebruikswaarde van dat patrimonium veel potentieel schuilt voor een hedendaags, duurzaam en sociaal voedselbeleid.’
Buitenstaander
Voor de duidelijkheid: het is niet enkel de biologische grond van Luc die verkocht wordt. Negentig procent van de andere grond die te koop staat, wordt door traditionele landbouwers gebruikt. ‘Niemand is er blij mee dat de grond verkocht wordt en dat ze deze tegen een hoge prijs kunnen aankopen’, legt Luc uit. ‘Sommigen zullen hun grond kopen, anderen niet. Omdat ze bijvoorbeeld binnenkort op pensioen gaan. Ik moet nog langer werken, dus ik wil graag verder boeren op de grond, al is het maar op een stuk. Maar ik heb de loterij niet gewonnen.’
‘Het feit dat Merchtem 80% van de grond verkoopt waarop ik werk, voelt als broodroof’, stelt hij behouden. Met een alternatief voor hem komt de gemeente niet – ook niet voor de biologische toekomst van de grond. ‘Zij zeggen enkel dat je als landbouwer goed beschermd bent. Dat je gewoon de pachter van de nieuwe eigenaar wordt. Alleen: als een andere landbouwer het koopt, moet ik er wel binnen de drie jaar af. “Dat zal wel niet gebeuren”, sussen ze dan. Nee?’
Luc blijft met veel vragen en een onzekere toekomst achter. ‘Ik heb destijds een huis en loods gezet naast die grond. Volledig vergund, omdat ik aan landbouw deed. Wat als ik niet meer kan boeren? Wordt dat dan allemaal zonevreemd?’
Op 3 mei moet Luc aan de gemeente laten weten of hij zijn voorkooprecht als zittende pachter wil uitoefenen. Indien wel, dan kan hij zijn stuk grond onderhands aankopen. Indien niet, dan wordt de grond openbaar verkocht. Voor hem is het alvast een drukke periode. ‘Het is een groot bedrag’, geeft hij toe. Daarom contacteerde hij De Landgenoten toen hij hoorde van de nakende verkoop. Omdat wij niet over de nodige financiële reserves beschikken om deze aankoop toe te zeggen, stelden we Luc voor om zijn plukkers aan te spreken. Daarnaast contacteerden we ook Merchtem en argumenteerden we waarom deze grond beter niet verkocht werd, maar de procedure was reeds in gang gezet. De brief die we gestuurd hebben, is tijdens de gemeenteraad besproken. Er werd toen beslist om bij hun eigen oorspronkelijke intenties te blijven. ‘Ik bekijk nu met onze plukkers of we de grond samen kunnen aankopen.’
Enkele dagen na ons gesprek liet Luc weten dat hij er samen met zijn plukkers en CSA-deelnemers in geslaagd is om 80% van het benodigde bedrag op te halen. Zo kan hij de grond zo goed als zeker zelf kopen om deze op termijn samen met zijn plukkers als gemeengoed te beheren. Een mooi bewijs dat een CSA-boerderij een sterk verbindend en positief concept is.
Lokale beleidsmedewerkers
Om situaties te voorkomen waarin gemeenten de jarenlange investering van bioboeren in bodemgezondheid en biodiversiteit achteloos teniet doen, wil De Landgenoten in de toekomst nog actiever lokale besturen wijzen op de langetermijnwinst die ze kunnen boeken door hun publieke grond in te zetten voor biolandbouw. Want niet enkel zorgen bioboerderijen zoals Het Gezonde Plukveld voor gezonde lokale voedselproductie. De community van plukkers en afnemers voeden en verrijken ook het sociale weefsel van Merchtem.
Wil jij als vrijwillige lokale beleidsmedewerker van De Landgenoten hieraan meehelpen? Wil jij gemeenten en steden wijzen op het belang van biologische landbouwgrond in publiek bezit? Laat het ons via dit formulier weten. Lokale besturen zijn immers onmisbaar in de transitie naar een eerlijker, duurzamer en gezonder voedselsysteem. Publieke grondeigenaren overtuigen om hun landbouwgrond te bestemmen voor duurzame, professionele landbouw is een enorme stap vooruit.
Laat hier weten als je interesse hebt om als vrijwillige lokale beleidsmedewerker aan de slag te gaan. Wil je De Landgenoten meer financiële slagkracht geven zodat we dergelijke projecten die dringend zijn wél aan te kunnen kopen? Doe dan hier een gift of word aandeelhouder van onze coöperatie. Wil je CSA Het gezonde plukveld rechtstreeks helpen? Surf dan naar deze pagina om contact op te nemen met Luc.