De Britse journalist Dan Saladino schreef een geïnformeerde en inspirerende ode aan de voedselrijkdom van de planeet. Hij vraagt aandacht voor de bedreiging van de (genetische) biodiversiteit als neveneffect van de geglobaliseerde en industriële voedselsystemen. Volgens bioloog en filosoof Geerdt Magiels is Saladino's boek een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in de ecologische en culturele waarden van wat wij verbouwen, brouwen, koken, eten en drinken.
Eten tot het op is van de Britse journalist Dan Saladino draait om een paradoxale vaststelling: nooit eerder was de variatie aan voedsel op ons bord zo groot als nu en toch is die culinaire verscheidenheid gebaseerd op een toenemende verschraling van genetische diversiteit.
Nog niet zo lang geleden stond er voor gewone mensen in West-Europa niet veel meer op het menu dan pap, kool, roggebrood en aardappelen, met soms wat vlees (varken of kip) op zondag. Gewone mensen vinden nu kiwi, tonijn, banaan, quinoa en avocado heel normaal.
Gastronomisch erfgoed
Tegelijkertijd wordt dat menu steeds uniformer door de globalisering en industrialisering van de voedselproductie en -distributie: de helft van alle kaas wordt geproduceerd met bacteriën en enzymen van één bedrijf, een kwart van het bier dat op de wereld wordt gedronken komt van één brouwer en het overgrote deel van het varkensvlees wordt geleverd door één ras. Die homogenisering gaat gepaard met een bedreiging van het gastronomisch erfgoed. Ze zijn zeldzaam, de linzen uit de Beierse Alpen, het kavilcagraan uit Anatolië, de geuze uit de Zennevallei of de salers uit de Auvergne.
Genetische homogenisering
Saladino specificeert misschien te weinig dat het niet gaat om verlies aan biodiversiteit maar eerder om genetische homogenisering. Hij overdrijft als hij schrijft dat ‘ons huidige voedselsysteem bijdraagt aan de vernietiging van de planeet: een miljoen planten- en diersoorten worden nu met uitsterven bedreigd.’ Het verlies aan soorten is niet alleen op het conto van de voedselproductie te schrijven, wel zorgt de uniforme wereldwijde voedselproductie voor een verlies aan genetische diversiteit op ons bord.
De genetische schatkamer van oude landrassen is niettemin van onschatbare waarde omdat we ze in de toekomst hard nodig zullen hebben om met de modernste gewasveredelingstechnieken rassen aan te passen aan veranderende noden. Zodat we bijvoorbeeld een alternatief kunnen vinden voor de door ziekte bedreigde monocultuur van de Cavendish-banaan.
Slow food
Saladino benadrukt, geïnspireerd door de Slow Food-beweging, dat wat mensen eten en drinken geënt is op bodems en landschappen, ingebed in ecologische en agrarische culturen, die geleid hebben tot lokale technieken en ambachten, gerechten en smaken. Die moeten we koesteren, maar het zou getuigen van romantische kortzichtigheid om te denken dat we met die lokale producties de hele wereld van eten kunnen voorzien.
Saladino benadrukt dan ook dat de toekomst van ons voedsel zal afhangen van meerdere landbouwsystemen, sommige sterk geïndustrialiseerd en gemechaniseerd, andere kleinschaliger, met een grote variëteit aan gewassen en dieren. Culinaire liefhebbers die honderd kilometer omrijden om een lokaal geitenkaasje te proeven, zijn een marginaal fenomeen in een wereld waarin negen miljard mensen goed, gezond en lekker kunnen eten. Saladino’s voedselinventaris bevat misschien niet de sleutel tot de voedseltransitie van de toekomst, maar wel een inspirerende gids doorheen het rijke ecosysteem van ons voedsel.
Geerdt Magiels is bioloog en filosoof. Hij schrijft en praat over wetenschap, kunst, gezondheid, geneeskunde, biologie en samenleving. Hij is auteur van tientallen boeken over mensen, moleculen en ecosystemen, over complexiteit, kennis en onzekerheid.