De boer, wiens inkomen rechtstreeks afhankelijk is van natuurelementen zoals zon en water, is het eerste slachtoffer van de grillen van de klimaatverandering. Gewassen die onherstelbare schade oplopen, vee dat de hitte niet overleeft, uitgedroogde bodems die de hevige regenbuien niet kunnen verwerken, … In de nasleep van de extreme hitte deze zomer vragen landbouworganisaties net als vorig jaar een erkenning als landbouwramp en compenserende maatregelen van onze landbouwminister. 

Tegelijkertijd is de landbouw in België zélf verantwoordelijk voor meer dan 10 procent van de uitstoot aan broeikasgassen. De grote boosdoeners: methaanuitstoot van (rund)vee en distikstodioxide (lachgas) dat vrijkomt bij de productie van kunstmest. En dan laten we uitstoot als gevolg van de import van soja of palmolie, overzeese ontbossing voor veevoederteelt of mestoverschotten van de intensieve veehouderij nog buiten beschouwing.

 

Nieuwe generatie klimaatboeren in opmars

Toch is een landbouw die de draagkracht van onze planeet niet overschrijdt perfect mogelijk. Al sinds de jaren 1980 brengen biologische landbouwers als ware pioniers dit systeem bij ons in de praktijk. Met onder meer een kleinere en grondgebonden veestapel, een verbod op kunstmest en op chemische bestrijdingsmiddelen, met systematische toepassing van vruchtwisseling en bodembedekking zorgen ze er niet alleen voor dat ze zélf beter bestand zijn tegen extreme weersomstandigheden (adaptatie), maar ook dat hun uitstoot ingeperkt wordt (mitigatie).

Deze klimaatboeren winnen aan populariteit. Steeds meer burgers kiezen bewust voor lokale, duurzame en gezonde voeding. Het marktaandeel van biologische producten blijft jaar na jaar toenemen. En de landbouwsector blijft niet achter; er kwamen maar liefst 56 nieuwe bioboeren bij in Vlaanderen in 2018.
 

Nils Mouton, biologisch veeboer

 

 

“We halen soja van Brazilië naar België, om varkensvlees naar Rusland te exporteren en met gigantische mestoverschotten over te blijven. Dan mag je zo veel toeteren als je wil, het probleem wordt niet structureel aangepakt. De oplossing is nochtans simpel: bouw de veestapel af, en kies resoluut voor de korte keten.”

(‘Waarom de boeren niet brossen voor de bossen’, De Morgen, 2019)

Een klimaatboer slaat koolstof op in de bodem door

 

° een ruime teeltrotatie
° het gebruik van compost 
° het gebruik van stalmest in plaats van kunstmest
° de teelt van groenbemester
° het ploegen van de bodem te vermijden
° extensieve begrazing grasland
° het introduceren van boslandbouw (agroforestry)

 

De oplossing zit in de bodem

Waarom zijn de praktijken uit de biolandbouw zo interessant voor het klimaat? Een gezonde, levende bodem is hét sleutelelement voor de productie van biologische voeding. De bodemvruchtbaarheid maakt immers dat een bioboer robuuste, gezonde gewassen kan telen zonder beroep te doen op kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen. De samenstelling aan mineralen en micronutriënten in de bodem bepaalt de voedingswaarde van wat we opeten. En bovendien heeft een levende bodem een beter waterbergend vermogen, zodat deze beter bestand is tegen droogte, erosie en overstromingen. 

Maar vooral is een vruchtbare bodem een cruciaal element dat de landbouw moet inzetten als oplossing voor de klimaatverandering. Een gezonde bodem met een goede bodemstructuur slaat koolstof op; die gaat dus niet de lucht in als CO2. Als het organische stofgehalte (waaronder koolstof) in de bodem met 1 procent toeneemt, dan komt dat overeen met een extra CO2-opname van 89 ton per hectare.

De Amerikaanse onderzoeksinstelling Rodale Institute acht het potentieel van koolstofopslag in de bodem enorm hoog: meer dan 100% van de jaarlijkse CO2-uitstoot kan opgeslagen worden in de bodem mits de landbouw wereldwijd omschakelt naar goedkope - en dus voor iedereen toegankelijke - managementpraktijken, zoals die ook in bio worden toegepast. In haar meest recente advies vraagt de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij aan het Vlaamse landbouwbeleid om klimaatslimme landbouw als verdienmodel te stimuleren. Onder ‘klimaatslimme’ praktijken verstaat de raad onder meer de opslag van koolstof in de bodem en het landbouwlandschap. Klimaatboeren - ofwel ‘bodemboeren’ - als toekomstmodel voor de landbouw.

Concentratie landgebruik staat klimaatlandbouw in de weg

Minder vlees, lokale productie en een beter bodembeheer; eenvoudiger kan de oplossing van de klimaatboeren niet zijn, toch? In theorie lijkt het simpel… Helaas staat dit toekomstmodel in schril contrast met de dagelijkse realiteit van onze landbouwsector.

In heel Europa loopt het platteland leeg, de werkgelegenheidskansen dalen dramatisch. In België gaan jaarlijks zo’n 2000 jobs in de landbouwsector verloren. In Vlaanderen verdwijnen wekelijks een 25-tal landbouwbedrijven. Ze worden opgedoekt of geïntegreerd in grotere industriële landbouwbedrijven. In de harde economische realiteit van steeds meer produceren voor minder geld, is het niet verwonderlijk dat heel wat boerenfamilies de handdoek in de ring gooien. De landbouwers die overblijven moeten intensifiëren en uitbreiden om te overleven, met uitputting van de bodem als gevolg. Als de concentratie van landbouwgrond blijft toenemen, blijven er binnen twintig jaar nog maar een handvol grootschalige landbouwbedrijven over.

Belgisch Klimaatpanel, Rapport 2019
“We zijn getuige van het verdwijnen van kleine boerderijen in alle regio’s van Europa en van de toenemende concentratie van land in de handen van een kleiner aantal productie-eenheden. (…) Dit is een belangrijk obstakel voor een ruimere verschuiving naar meer landbouwecologische praktijken. Kleinere bedrijven zijn immers het best uitgerust voor gediversifieerde, agro-ecologische landbouwsystemen die de gezondheid van de bodem het best in stand kunnen houden en de agrobiodiversiteit verbeteren. Dergelijke landbouwsystemen kunnen niet makkelijk worden ontwikkeld in grote productie-eenheden, die het gebruik van zware machines (en dus monoculturen) vereisen, omdat de betrokken oppervlakte te groot is voor de beperkt beschikbare arbeidskrachten.” 

Klimaatboeren starten in precaire situaties

Door de enorme druk op landbouwgrond vindt de nieuwe generatie klimaatboeren geen beschikbare en betaalbare grond om een landbouwbedrijf op te starten. Uit een enquête bij Vlaamse CSA-boeren (‘Community Supported Agriculture’ ofwel ‘landbouw gedragen door de gemeenschap’) in 2018 blijkt dat maar liefst een kwart van hen geen zekere toegang tot grond heeft. Ze hebben slechts een mondelinge overeenkomst, of een overeenkomst die na 1 of 2 jaar opzegbaar is. Heel wat starters moeten m.a.w. hun landbouwbedrijf ‘uit de grond stampen’ in zeer precaire omstandigheden. 

En hier knelt het schoentje… Als landbouwers geen zekere toegang hebben tot de grond die ze bewerken, kunnen ze niet investeren in de bodem. De opbouw van bodemvruchtbaarheid is immers een langetermijninvestering van vele tientallen jaren. Een levenswerk, zeg maar. Ook wie als landbouwer investeert in bomen om de organische stof in de bodem te verhogen, kan daar pas na een tiental jaren - letterlijk - de vruchten van plukken.

Een echte ommekeer naar een landbouwmodel dat een oplossing biedt voor de klimaatverandering kan dus enkel plaatsvinden als we in de eerste plaats landbouwgrond vrijwaren voor deze én de toekomstige generaties klimaatboeren.

Zij zoeken jouw steun


Met de middelen van meer dan 1000 burgers kochten we zo’n 17 hectare landbouwgrond in Vlaanderen.

Sommige gronden zijn nog niet volledig betaald. Investeer mee, omdat deze bioboeren jouw steun verdienen.

 

Steun onze boeren

Breng grond tot leven

Maak samen met onze groeiende beweging duurzame landbouw in Vlaanderen mogelijk.
 

Word Landgenoot