“Het absurde is: terwijl de Nederlandse binnenwateren werkelijk wemelen van de Amerikaanse rivierkreeften, worden de supermarktrivierkreeftstraatjes ingevlogen uit China, waar ze speciaal worden gekweekt en platgespoten met conserveermiddelen. Dat is bijna kafkaësk te noemen - het is in iedere geval dubbel niet duurzaam.”

Rivierkreeften, muskusratten, termieten, duizendknoop, … Het zijn enkele van de invasieve exoten die in Nederland - en ook in België - aan een opmars bezig zijn en onze ecosystemen danig op de proef stellen. Vanwege de schade die ze veroorzaken aan onze natuur en landbouw, bestrijden we ze: we doden ze en gooien ze weg. Terwijl Nederlanders elk jaar nog wel gemiddeld zes miljoen varkens opeten, die vaak in erbarmelijke omstandigheden worden grootgebracht. 

In zijn boek ‘Eet eens een wasbeer’ nodigt de Nederlandse culinair journalist Joël Broekaert ons uit tot een prikkelende gedachtegang: als deze exoten toch worden gedood, kunnen we ze dan niet nog benutten als voedsel? En de hamvraag: smaken die exoten eigenlijk een beetje? Daarvoor dook hij echt de keuken in, op zoek naar de beste bereiding. Van shoarma met ganzenreepjes tot bonbons met duizendknoop, wie proeft?