In april 2014 werd De Landgenoten officieel opgericht. Om op dat bijzondere moment van exact tien jaar geleden terug te kijken, spraken we met drie pioniers die er toen bij waren: Kaat Segers, Tom Troonbeeckx en Wim Slabbaert. ‘Al onze oprichters hadden veel ideeën en idealen: dan krijg je automatisch levendige discussies.’
Pionieren is razend interessant. Of zo lijkt het toch als Kaat, Tom en Wim vertellen over het begin van De Landgenoten, onze coöperatie die in april 2014 opgericht werd. ‘Het was enorm leuk om zo’n project helemaal zelf vorm te kunnen geven’, vertelt Tom Troonbeeckx, de eerste voorzitter van De Landgenoten. Tijdens zijn opleiding bij Landwijzer ontdekte hij dat het voor bioboeren moeilijk was om landbouwgrond te vinden.
‘Ik was er toen al van overtuigd dat we niet op de overheid moesten wachten om dat probleem op te lossen, maar het gewoon zelf moesten aanpakken,’ gaat hij verder. En zo geschiedde. Kaat Segers, de eerste coördinator van De Landgenoten, reageerde op een oproep van Landwijzer om een concept uit te werken voor een organisatie die juist dat probleem zou aanpakken, naar het voorbeeld van Terre de Liens in Frankrijk.
Blauwdruk
‘Toen ik die blauwdruk had gemaakt, had ik even schrik dat die daarna gewoon ergens stof zou vergaren. Er waren immers enkel subsidies om die voorstudie uit te voeren, niet om het resultaat ervan uit te werken. Ik kon blijkbaar niet anders dan er dan toch maar zelf mee verder gaan. Gelukkig zaten we daarna met iedereen samen die aan die blauwdruk had meegewerkt om te kijken hoe het verder moest. Samen brachten we het geïnteresseerde middenveld in kaart en bevroegen we onze stakeholders om samen onze richting te bepalen.’
In dit stadium kwam ook Natuurpunt aan boord. ‘Onze core business is in de eerste plaats natuurlijk biodiversiteit’, vertelt Wim Slabbaert. ‘Maar we vonden het interessant dat er een nieuw initiatief kwam dat zuurstof wilde geven aan biolandbouw. Onze reservaten liggen niet op een eiland. Als wij in een beekvallei actief zijn en stroomopwaarts ligt grond die traditioneel bewerkt wordt, vangt ons natuurdomein de overschot aan pesticiden op. Als die grond bio wordt, daalt de milieudruk op onze gebieden.’
Pionieren is praten
Het was geen sinecure om de neuzen van al deze stakeholders in dezelfde richting te krijgen. ‘Al onze oprichters hadden veel ideeën en idealen: dan krijg je automatisch levendige discussies’, herinnert Tom zich. ‘Wie sterke ideeën heeft, heeft sterke argumenten nodig om in andere ideeën mee te gaan. Pionieren is dus vooral debatteren over heel veel dingen, zowel qua visie, economisch model als juridische structuur. Je moet je ideeën aan elkaar en daarna aan de wereld aftoetsen.’
Dat herinnert Wim zich ook. ‘Ergens hadden wij een fundamenteel andere visie. Zo dacht ik aanvankelijk dat Natuurpunt de hofleverancier van De Landgenoten kon worden. Onze plaatselijke mensen staan dicht bij de boeren en hebben een geweldig netwerk binnen de grondmarkt. Als De Landgenoten samen met ons gronden wilden kopen – gronden in de periferie van onze natuurgebieden met minder natuurpotentieel, maar landbouwkundig top – dan konden we samen robuuste bioclusters uitbouwen. Alleen: dat bleek niet zo gemakkelijk. Onder meer omdat wij dachten in robuuste zones met meerdere biobedrijven binnen dat cluster en De Landgenoten in verspreide percelen voor losstaande individuele bedrijven.’
Toen het eerste bedrijf zich aanmeldde, was de oprichting van De Landgenoten trouwens nog niet rond. ‘Dat was 5,1 hectare voor een bestaande boerderij die zijn eigen leden had, het Wijveld in Destelbergen. Dat voelde als een make or break-moment,’ zegt Kaat. ‘Het was een race tegen de klok om op tijd de coöperatie op te richten zodat we er kapitaal mee konden ophalen om die grond te kunnen kopen. Iedereen ging er toen volledig voor. Gelukkig is die aankoop geslaagd!’
Leren uit fouten
Tien jaar later is De Landgenoten enorm gegroeid, en niet enkel in areaal. ‘Natuurlijk zijn er in het begin wat foutjes gemaakt en verkeerde beslissingen genomen,’ klinkt het bij Tom. ‘Maar daaruit zijn de juiste lessen getrokken.’ Hij gelooft dan ook nog altijd sterk in de missie van De Landgenoten en hij ziet nog veel groeipotentieel en uitdagingen. ‘De Landgenoten hebben een mooie achterban die enorm overtuigd is van wat De Landgenoten doet. De uitdaging voor de komende tien jaar is misschien om ook dat bredere publiek aan te spreken en te laten investeren.’
Kaat ziet dat alvast de goede richting uitgaan. ‘Vandaag is iedereen meer ontvankelijk voor wat De Landgenoten doet. In het begin was het echt een gevecht om mensen te overtuigen om mee te doen – ook bioboeren keken eerder afwachtend naar wat er allemaal stond te gebeuren. Je moest goed zot of een rasechte idealist of activist zijn om samen met De Landgenoten grond aan te kopen. Als ik nu naar jullie gronden kijk en zie wie daar op boert, zie ik super veel boeren die allemaal verschillende dingen doen.’
Wil jij ook deelnemen aan onze groeiende beweging? Word aandeelhouder en zorg er samen met ons voor dat bioboeren ruimte krijgen om gezonde voeding te telen.