Van een revolutionair idee tot een vaste waarde in de Vlaamse biolandbouw: De Landgenoten groeide in tien jaar tijd uit van pionier tot een symbool van duurzaam gemeenschappelijk grondbezit. BioForum speelde hierin een cruciale rol door het zaadje te planten voor deze unieke coöperatie. Hoe blikken An Jamart en Lieve Vercauteren terug op de oprichting van De Landgenoten? Guido Van Damme zocht het uit. 

BioForum is dé sectorvereniging die de belangen van de Vlaamse biolandbouw- en voedingssector verdedigt. Zij staat ten dienste van zowel bioboeren als verwerkers van biologische landbouwproducten en de retail (zowel groot- als kleinhandel). ‘Voor de biologische sector is grond de basis van elke landbouwactiviteit – zowel voor teelten als voor vee,’ vertelt An, landbouwcoördinator bij BioForum en als vrijwilliger betrokken bij de Adviesgroep Projecten van De Landgenoten. ‘Als sector merkten we dat landbouwgrond steeds vaker uit landbouwhanden verdween. Ook in 2012 speelde reeds de verpaarding.’ 

Deze problematiek voelde BioForum als eerste bij bedrijfsovernames. Het bleek heel moeilijk voor bestaande bioboeren om overnemers te vinden die kapitaalkrachtig genoeg waren om een bedrijf – inclusief de gronden – over te nemen. Bij gebrek aan overnemers verdween biologische grond uit de biologische landbouw. Meestal werd die grond terug gangbaar. 

‘Een pijnlijke zaak, want soms hadden generaties van bioboeren flinke inspanningen geleverd om de grond biologisch te betelen. Tegelijkertijd werden we benaderd door nieuwe boeren die grond zochten: die bleek niet te vinden of onbetaalbaar in verhouding tot de omzet die op de grond zou gerealiseerd worden.’

Grondfonds

Er was dus nood aan een ander benadering van grondbezit, maar hoe of wat? Terwijl een blauwdruk voor een Vlaams biogrondfonds werd ontwikkeld, zocht BioForum uit welke rol ze kon spelen. An: ‘Tijdens een seminarie in 2012 over landgrabbing en landsharing, georganiseerd door Demeter ontmoette ik gelijkgezinden van Tierre de Liens en Terre en Vue met wie we besloten om in juni 2013 een vervolgseminarie te organiseren. De opgebouwde kennis bevestigde die nood aan een Vlaams BioGrondfonds. En het was heel duidelijk dat we hier vanuit BioForum aan wilden meewerken.’

Intussen was Landwijzer gestart met het voeden van de blauwdruk. Landwijzer neemt reeds meer dan 25 jaar de opleiding van bioboeren op zich. Via hun afgestudeerden werden zij geconfronteerd met de problematiek van jonge beginnende bioboeren die moeilijk aan grond geraakten om een bedrijf te starten. Twee andere belangrijke spelers in de startjaren van De Landgenoten waren de biodynamische landbouwbedrijven De Kollebloem en de Zonnekouter. Zij hadden reeds een grondfonds opgericht voor hun eigen gronden. Bij beide bedrijven speelde niet zozeer de toegang tot grond voor een opstart, maar de rol die grond heeft bij het voortbestaan van een bedrijf. 

Hoe konden zij de overdracht van een bestaand biolandbouwbedrijf verzekeren? Was het aan de opvolger om de grond over te kopen en zichzelf van bij de start in de schulden te werken of was er een betere oplossing? 

Dubbele problematiek

Uit deze dubbele problematiek sproot de missie van De Landgenoten: grond verwerven met hulp van vele mensen, deze voorbehouden voor biolandbouw en hem ter beschikking stellen aan bioboeren met een bedrijfslange zekerheid.

In een tweejarig project werkte Kaat Segers een blauwdruk uit van wat een ‘grondfonds’ zou worden. De ervaring van Land-in-zicht, het reeds bestaande grondfonds van De Kollebloem en Zonnekouter, was hierbij heel waardevol. Ook vond ze inspiratie bij het in Wallonië actieve Terre en Vue, dat dan weer de mosterd haalde bij het Franse Terre de Liens. Al deze initiatieven baseren zich op de visie dat landbouwgrond een common behoort te zijn en geen privaat goed: een door de gemeenschap in onderling overleg beheerd gemeenschappelijke goed. 

Van bij de start zochten de betrokkenen naar een breed draagvlak. Met succes, want op het moment van de opstart werden niet minder dan 17 organisaties bereid gevonden om De Landgenoten mee op te richten en het nodige startkapitaal neer te leggen. BioForum was er daar uiteraard een van. BioForum steunde dit zeer actief door de tewerkstelling van Kaat met een projectsubsidie voor de oprichting van de coöperatie. ‘We boden de nieuwe coöperatie ook huisvesting en administratieve ondersteuning op vlak van personeel en boekhouding,’ vertelt Lieve, directeur van BioForum, vertegenwoordigt de organisatie in het bestuur van De Landgenoten. Intussen bestaat De Landgenoten tien jaar en zetelt BioForum al even lang in het bestuur. 

Uitdagende jaren

‘Het waren boeiende en uitdagende jaren,’ licht Lieve toe. ‘Het financieel plan dat voor de oprichting voorbereid was door een werkgroep van geëngageerde vrijwilligers ging ervan uit dat de coöperatie op 10 jaar 100 ha zou kunnen verwerven en met de verhuur een minimum aan personeel zou kunnen financieren.’ 

‘We ondervonden in de eerste jaren dat de realiteit weerbarstiger is. Niet alle kosten waren goed doorgerekend in het financieel plan, de grondprijzen stegen sneller dan we verwacht hadden, de aankopen waren vaak complex en de onderhandelingen vergden veel tijd, we moesten onze verhuurtarieven verlagen naar loopbaanpachtprijzen om een valabele optie te zijn voor de boeren. We slaagden er de eerste jaren in om verder te werken met projectsubsidies en gaven ondertussen de ambitie op om op korte termijn als coöperatie personeel tewerk te kunnen stellen met eigen middelen.’

Stichting De Landgenoten

Gelukkig werd Stichting De Landgenoten erkend als beweging voor sociaal cultureel werk en kon er op die manier verder gewerkt worden aan een draagvlak voor De Landgenoten. ‘Een coöperatie is een geweldig maar complex instrument om grond te verwerven voor landbouw,’ vertelt Lieve. ‘Het grote probleem is dat landbouwgrond veel te duur is in vergelijking tot wat een boer erop kan verdienen en dat het dus heel moeilijk is om winst te maken met landbouwgronden als je ze niet verkoopt en laat dat nu net de bedoeling zijn van De Landgenoten: de grond niet meer verkopen. Het blijft dus een uitdaging om voldoende aandeelhouders te motiveren om te investeren zonder uitzicht op financieel, maar wel op maatschappelijk rendement.’ 

Maar ere wie ere toekomt, de eerste spadesteek werd gezet door Landwijzer onder impuls van Geert Iserbyt. Zijn verhaal lees je volgende keer.