Terwijl boeren overal om een toekomstperspectief vragen, lijken vooral multinationals de vruchten van hun protest te plukken. Zo besliste het Europees Parlement om pesticiden (nog) niet af te bouwen en gaf het vrij spel aan een nieuwe generatie ggo’s. Wie heeft daar baat bij? Dat nieuwe gentechnieken boeren kunnen helpen verduurzamen, is alvast een mythe. 

In een puntig opiniestuk in De Standaard werd onlangs benadrukt dat de (de)regulering van ggo’s niet alleen over zaden gaat, maar ook over de toekomst van de landbouw. ‘Ggo’s hypothekeren niet alleen de toekomst van onze landbouw, maar brengen ook de veerkracht van ons voedselsysteem in gevaar.’

Portret Jorid

Even terugblikken: een meerderheid van het Europees Parlement stemde begin deze maand voor het schrappen van veiligheidscontroles en aansprakelijkheidsprocedures voor nieuwe gentechnieken zoals CRISPR-cas9. Volgens voorstanders zijn de ggo’s die met deze nieuwe technieken ontstaan niet te onderscheiden van natuurlijke gewassen, waardoor zij vinden dat er geen veiligheidscontroles nodig zijn. Ironisch genoeg kunnen patenthouders wel de aangepaste organismen onderscheiden van natuurlijke varianten.

Het niet toepassen van controles en procedures op de nieuwe ggo’s zorgt er dus voor dat ongeteste ggo’s toegelaten zijn op de Europese velden, iets wat de transitie naar duurzame landbouw bemoeilijkt. Velen denken, met dank aan jaren van marketing en eenzijdige berichtgeving, dat nieuwe gentechnieken de beste oplossing zijn om klimaatverandering tegen te gaan, het verminderen van pesticiden en het voeden van een groeiende bevolking. Maar niets is minder waar.

Mythes

Sara Van Dyck, beleidsmedewerker van BioForum, doorprikt in BioActief alvast de mythe dat technieken als CRISPR-cas9 de wonderoplossing zijn voor bioboeren in hun klimaatuitdagingen. Ze benadrukt dat de vermeende voordelen vooral theoretische beloften van de industrie zijn en dat eigenschappen van gewassen afhangen van een samenspel van verschillende genen en andere factoren zoals bodemgezondheid. Bovendien zit de biosector helemaal niet te wachten op biotechnologische inbreuken op genetisch niveau.

De oude bewering dat genetisch gemanipuleerde organismen pesticiden en honger zouden oplossen, zijn eveneens ongegrond gebleken. Voorstanders beloofden dat de eerste generatie ggo’s honger zouden verminderen en pesticidengebruik zouden beperken, maar deze beloftes zijn niet waargemaakt, staat te lezen in Sampol. ‘Het pesticidengebruik is in landen waar ggo’s gecultiveerd worden alleen maar gestegen. Op geen enkele wijze hebben ggo’s de honger aangepakt.’

Patenten

Voor wie is een soepelere wetgeving inzake ggo’s dan goed? Voor de multinationals die patenten zullen aanvragen op eigenschappen die ze via de nieuwe gentechnologie hebben ontwikkeld, schrijft Sara Van Dyck. ‘Zo dreigen eigenschappen die ook via klassieke veredeling zouden kunnen worden verkregen, gepatenteerd te worden.’ Door de Europese versoepeling dreigt er dus een monopolisering op genetisch materiaal door middel van patenten.

Maar de risico’s van de nieuwe generaties ggo’s gaan nog verder dan financiële speculatie, schrijven Barbara Van Dyck, Anneleen Kenis en Tomaso Ferrando in dat bovenvermelde opiniestuk. Ggo’s introduceren ongeteste genetische sequenties in gewassen, versterken hyperproductivisme en stimuleren monoculturen. Dit model vergroot enkel de macht van enkele marktspelers met gepatenteerde zaden en chemicaliën. Het bevordert het idee dat meer productie leidt tot meer winst voor boeren – exact de misleidende logica die mee aan de basis ligt van de huidige boerenprotesten.

Ander landbouwmodel

Daarom is er meer nood aan een nieuw landbouwmodel dan aan nieuwe genetisch gemanipuleerde organismen. Een van de belangrijkste problemen met ggo’s is volgens Sampol immers dat ze negeren dat duurzaamheid, klimaat, honger en pesticiden systemische problemen zijn die een sociale, economische en structureel-ecologische aanpak vergen. 

De wetenschappers halen het voorbeeld van pesticiden aan: ‘De meest beloftevolle manier om het gebruik van gif in de landbouw snel naar beneden te krijgen, is het verhogen van de diversiteit. Denk aan mengteelten, het aanplanten van hagen en het uitbreiden van teeltrotatie: dit zijn allemaal manieren om de ziektedruk, en dus nood aan gif spuiten, te verminderen.’ Kortom: het is beter om het landbouwmodel anders in te richten dan door er één klein gen uit te lichten en daar technische veranderingen aan door te voeren.

Draag zelf bij aan de transitie naar gezonde, biologische landbouw. Word hier landgenoot en koop bio als je kan!