Hoe vind je grond en middelen om een duurzaam landbouwbedrijf op te starten, uit te breiden of door te geven aan de volgende generatie? Een honderdtal deelnemers, waarvan meer dan de helft startende of ervaren landbouwers, schreven zich in op deze studiedag van De Landgenoten en CSA-Netwerk met steun van OVAM, Vlaanderen Circulair, 13 december 2019 in Antwerpen. Een reeks interessante sprekers, maar ook juridische experts en tips voor en door boeren moesten de deelnemers een duidelijk inzicht geven in de grondproblematiek én in de mogelijke oplossingen.
0. Context
Wekelijks verdwijnen tal van boerenbedrijven in Vlaanderen. Vele boeren naderen de pensioenleeftijd en vinden geen opvolger. Tegelijkertijd kwamen er in 2018 56 nieuwe bioboeren bij; een nieuwe generatie die gelooft in een duurzame toekomst voor de Vlaamse landbouw. Echter, heel vaak moeten ze starten op kleine lapjes grond of in hele onzekere situaties. Uit een enquête van het CSA-netwerk in 2018 blijkt dat een kwart van de CSA-boeren geen zekere toegang tot grond heeft (mondelinge overeenkomsten, tijdelijke contracten, …). Het is haast onmogelijk om als starter een stukje betaalbare en beschikbare grond te vinden. Ook bij bedrijfsovernames of bedrijven die willen investeren in een meer agro-ecologische bedrijfsvoering (agroforestry, eigen veevoerderteelt, ruimere vruchtwisseling, …) ontbreekt het dikwijls aan financiële middelen of grond.
1. Advieskliniek, tips & tricks
In de voormiddag brachten verschillende boeren een casus ter sprake. Huisjurist van De Landgenoten, Stijn Verbist, en pachtexpert van Boerenbond, Betty Van Eyken, modereerden enkele cases in de éne zaal, terwijl in de andere boeren vanuit de praktijk getuigden hoe hun zoektocht naar grond was verlopen. Deze voormiddag van uitwisseling werd duidelijk geapprecieerd door de deelnemers en smaakt naar meer…
2. Publieke gronden voor agro-ecologie
Annelies Beyens lichtte toe waarom De Landgenoten zich meer is gaan richten op gemeentebesturen voor het vinden van landbouwgronden. Voordien ging De Landgenoten het gesprek aan met gemeentebesturen met de bedoeling om meteen grond te kopen/in beheer te nemen. Dat bleek echter niet zo eenvoudig. Voortaan begeleidt De Landgenoten gemeenten eerst met een ‘grondscan’: welk potentieel heeft een lap grond voor professionele landbouw, hoe geef je die in gebruik aan een boer (contractvormen) en eventueel ook met het vinden van een geschikte boer. Ook gemeenten die geen grond in eigendom hebben, maar de zoektocht naar grond van een lokale bioboer (in spe) willen ondersteunen, kunnen hiervoor bij De Landgenoten terecht.
Steven Desair, het aanspreekpunt lokale voedselstrategie van de VVSG duidde op de beperkte financiële situatie van gemeentes waardoor zij meer oplossingen zien in het verkopen van hun patrimonium dan in alle administratieve last van het verpachten van hun gronden. Toch merkte hij op een toenemend bewustzijn bij gemeentebesturen waar te nemen over de relatie tussen voedsel, klimaat en eigen landbouwgronden. Hij gaf enkele kapstokken mee die ambtenaren/schepenen kunnen aanspreken om publieke gronden aan agro-ecologische boeren te verhuren:
• Vraag de gemeente naar een visie op hun patrimonium
• Zoek naar de Beleidsplannen ruimte
• Koppel je plan aan klimaat en Sustainable Development Goals (2/3 van de gemeentebesturen werken hierrond)
• Verwijs naar het Burgemeesterconvenant: 269 gemeentes ondertekenden dit met de belofte om in 2030 40% minder broeikasgassen uit te stoten
• Bekijk de meerjarenplanning van je gemeente
Annelies verwees naar de omzendbrief voor lokale besturen inzake transacties onroerend goed (2019/3) waarin wordt aangestuurd op het belang van een vrijemarktwerking bij de verkoop van publieke onroerende goederen. Na raadpleging van de ambtenaren van het Agentschap Binnenlands Bestuur werd de boodschap meegegeven dat een gemeente de verkoop van haar onroerende goederen die niet volledig vrij aan de markt moet overlaten. Ze kan perfect een minimum prijs instellen in combinatie met verkoopsvoorwaarden. Tot slot had Annelies het over een kaart waar je de percelen in eigendom van de Vlaamse overheid en lokale besturen kan terugvinden. Begin 2020 wordt deze kaart bijgewerkt met recentere gegevens.
3. Grond voor bedrijfsoverdracht
Sarah Michels getuigde over haar reeds vier jaren durende tocht om het bedrijf van haar ouders over te nemen. Zij wil het bedrijf agro-ecologisch omvormen. Charlotte Cobbaert van het Kenniscentrum bedrijfsopvolging duidde de moeilijke situatie van overdrachten binnen families. Enerzijds zijn er financiële zaken die een overdracht van een bedrijf binnen de familie (zeker met kinderen) bemoeilijken, maar anderzijds spelen emotionele zaken een even grote rol.
Beiden zijn zich zeer bewust van de psychologie van de verandering. Stap voor stap tracht Sarah de gedachten en visies van haar ouders, broer en zus maar ook van zichzelf bij te stellen. Met vele gesprekken, met een bedrijfsplan waarin stapsgewijs naar het doel wordt gewerkt en met veel geduld balanceert zij tussen het gevoel dat het niet gaat lukken en de hoop dat het wel doorgaat.
Charlotte benadrukte het belang om op voorhand na te denken over hoe je een makkelijk(er) overdraagbaar bedrijf uitbouwt. Er moet daarvoor gekeken worden naar andere structuren of naar tools zoals vb. grond in een vennootschap steken. Ze verwees naar de brochure die het kenniscentrum hiervoor opmaakte.
4. Natuurgrond voor agro-ecologie
Mathias D’Hooghe van het agrobeheercentrum ECO² legde uit hoe ze samen met boeren intekenen op opdrachten van de overheid voor landschaps-en natuurbeheer. Zij richten zich op het beheer van houtkanten, bermen, akkervogels, stuwen, etc…
Ze beheren enkele Natura2000-gebieden van ANB onder concessievorm. Ook met Natuurpunt wordt soms samengewerkt op gronden van de overheid, vb. in het bos van Aa in Zemst. Mathias gaf aan dat er enkele subsidiemogelijkheden bestaan voor natuur- en landschapsbeheer:
• ANB geeft een projectsubsidie voor natuurprojecten
• Er zijn (afhankelijk van de gemeente) gemeentelijke subsidies voor waardevolle graslanden of beheer van kleine landschapselementen
Mathias ziet kansen voor boeren in het beheren van natuurgronden omdat er wel heel wat zijn in Vlaanderen. Maar vaak ligt het gevoelig bij landbouwers omdat het soms om recent onteigende landbouwgrond gaat of omdat landbouwers geen zekerheid hebben voor gebruik van de grond in de toekomst. Zo sluit Natuurpunt enkel 1-jarige contracten af zonder vergoeding. Mathias ziet ook een toenemende vraag naar het in de markt zetten van natuurbeheer waardoor ook spelers die niet van een gebied zijn en er minder voeling mee hebben meedingen om het beheer te kunnen uitvoeren.
5. Geld en grond: noodzakelijk kwaad?
Daniël Cromphout, voormalig projectmanager ‘nieuwe landbouw’ bij KBC merkte in zijn presentatie op dat landbouwbedrijven wel kampen met problemen inzake rendabiliteit en liquiditeit maar dat de solvabiliteit bij een groot deel van de bedrijven redelijk goed zit omdat ze vermogen hebben opgebouwd. Dit vermogen bestaat uit vb. stallen en landbouwgrond. Toch mogen we er niet zomaar van uit mogen gaan dat landbouwgrond waardevast zou zijn. Hij duidde dit met het voorbeeld in Denemarken waar oa door een slecht landbouwbeleid de prijzen van landbouwgrond zwaar gezakt zijn. (Boeren die landbouwgrond kochten werden gesubsidieerd en er was een soepel leningenbeleid van banken waarbij enkel intrest werd afbetaald en de landbouwgrond als onderpand diende voor de kapitaalsaflossing.) Ook in Nederland is de daling van prijzen van landbouwgrond intussen ingezet. In Vlaanderen is de afgelopen twee jaar een stagnatie van de prijsstijging vastgesteld.
Je moet goed nadenken als landbouwer of je effectief grond moet aankopen om te boeren, stelde hij. De landbouwer evolueert van iemand die vermogen probeerde te verwerven naar iemand die een degelijk inkomen probeert te verwerven. Misschien moet er ook naar andere landbouwmodellen gekeken worden, of naar andere manieren van productie zoals indoor farming of produceren van kweekvlees, als je kijkt naar de op til zijnde tendensen in de stadslandbouw. Tom Troonbeeckx merkte hierbij op dat De Landgenoten landbouwgrond niet als een verhandelbaar goed zien, maar als een maatschappelijk bezit, een commons, om ons gevoed te krijgen.
6. Collectieve actie om grond te vrijwaren
Hanne Flachet van FIAN lichtte het lobbywerk van Via Campesina en haar eigen organisatie toe dat de afgelopen jaren plaats vond op het niveau van de Verenigde Naties. Op die manier werd eind 2018 de verklaring voor de rechten van de boer(inn)en aangenomen door de VN. Deze verklaring verzamelt verschillende rechten zoals het recht op zaden, water, sociale zekerheid, gezondheid, huisvesting, onderwijs, waardig inkomen, ontwikkeling, participatie, rechtvaardigheid, enz maar dus ook het recht op land. Een dergelijke verklaring is niet bindend, maar het biedt een internationaal kader voor lidstaten waaruit verplichtingen kunnen opgelegd worden.
Wim Moeyaert legde de werking van Boerenforum (wintermeeting 9 februari) toe. Zij willen boeren verenigen die vinden dat het huidige landbouwmodel anders moet zijn. Hij schetste met een aantal voorbeelden in binnen- en buitenland hoe lokale actie wel een verschil kan maken. Zo werd in Lazac in Frankrijk de omzetting van een landbouwgebied van 1000-en ha naar militair domein tegen gehouden door protest. Ook in Vlaanderen ondersteunen zij mee het protest en de rechtzaak die werd aangespannen tegen de verkoop van 450 ha landbouwgrond van het OCMW Gent aan Fernand Huts (Katoennatie). Volgens Boerenforum werd de landbouwgrond in 1 keer verkocht waardoor gewone landbouwers onmogelijk konden meedingen bij de verkoop. Bovendien stellen ze dat de verkoopprijs zeer laag was waardoor Fernand Huts onrechtmatige staatssteun heeft gekregen.
Adje Van Oekelen lichtte toe hoe De Landgenoten ernaar streeft om een sociaal verankerde beweging te worden in Vlaanderen. Naast het verder zetten van de projecten waarbij gronden worden aangekocht en ter beschikking worden gesteld aan bioboeren en naast het bereiken, sensibiliseren en adviseren van de lokale besturen met de grondscan, wordt een transitiebeweging bij de burgers in gang gezet. Vanaf 2020 worden verschillende trajecten gestart zoals het vormen van een kenniskring rond een (startende) boer. Een groep mensen zal de boer ondersteunen met het delen van kennis, het opzoeken van relevante informatie, het aangaan van gesprekken met privé-eigenaars of met de kerkfabriek over gebruik van landbouwgrond.
Zoek je grond en wil je graag dat wij in 2020 samen met jouw lokaal netwerk mee helpen zoeken?
7. Toegang tot grond en CSA
David Buchan duidde de resultaten van de enquête die in 2018 werd afgenomen bij de Vlaamse CSA-bedrijven in het kader van het project ‘Ruimte voor voedsel in de circulaire economie’, een samenwerking van CSA-netwerk, De Landgenoten, VVSG en De Ideale Woning. 46 van de 55 CSA-bedrijven vulden een enquête in. Samen bewerken deze ongeveer 106,27 ha. Het aantal CSA-bedrijven is de afgelopen jaren flink gestegen maar toch ondervinden ze heel wat problemen. De meeste problemen zijn gelinkt aan de toegang tot grond.
8. Toekomstperspectief en conclusies
Eva Kerselaers zette het onderzoek van ILVO (en anderen) omtrent toegang tot grond uiteen. Het onderzoek bracht de verschillende oorzaken van de druk op landbouwgrond in beeld: toenemende bebouwing, infrastructuur, verpaarding, vertuining. Naast passieve beschermingsmaatregelen zoals een bestemmingplan of een pachtwetgeving dringen actieve beheermaatregelen zich op. Hiervoor ging ILVO op zoek naar oplossingsrichtingen in het buitenland. Deze variëren van het ontwikkelen van landbouwparken - dat zijn multifunctionele ruimtes maar met landbouw als belangrijkste gebruiker. Het is net het multifunctionele dat er voor zorgt dat er een toe-eigening ontstaat bij bewoners, andere lokale spelers, … Die toe-eigening maakt het verschil voor het behoud, die kan alleen als er een verhaal rond gebouwd - tot het oprichten een grondobservatorium of instellen van een reguleerorgaan voor verkoop en verpachting van landbouwgrond zoals SAFER in Frankrijk.
Zowel Koen Dhoore (Landwijzer) als Sylvie Fosselle (ILVO) kwamen tot de slotsom dat een (startende) landbouwer het niet alleen kan. Hij/zij moet over zoveel juridische, financiële, psychologische, bedrijfseconomische en andere kennis van wetten en plannen beschikken en een uitgebreid netwerk (rijke) vrienden hebben. Een beweging van mensen en organisaties die achter de boer staan is nodig, maar evenzeer een overheid die een duidelijk kader schept zodat agro-ecologisch boeren met rechtszekerheid wordt vlotter ingang vindt in Vlaanderen.